Sinds 1998 wordt jaarlijks op 22 oktober de 'Wereldstotterdag' georganiseerd. "Stotteren is een fysiek probleem, wetenschappers vermoeden dat er ook een genetische component meespeelt", zegt Sabine Van Eerdenbrugh, docente logopedie en audiologie bij Thomas More.
"Angst en stress kunnen het stotteren wel verergeren. Volwassen personen die stotteren hebben ook zeven keer meer kans op het ontwikkelen van een sociale angststoornis." "Wereldwijd ligt het stotterpercentage op 1% van de bevolking", zegt logopediste Joyce Neyt, zij stotterde zelf tussen haar 4 en 14 jaar.
"Het is belangrijk dat een persoon die stottert zich in het dagelijkse leven niet laat tegenhouden door het stotteren en dus alles durft, maar daarnaast is het ook belangrijk dat een persoon die stottert inzicht krijgt in het spraakproces en weet hoe dit te beïnvloeden."
Volgens logopediste Katrien Stinders is de piekleeftijd waarop stotteren bij de meeste kinderen opduikt 3 à 4 jaar. "Niemand spreekt trouwens echt vloeiend, zelfs de meest vlotte spreker moet wel eens zoeken naar woorden. Ook kinderen die niet stotteren vertonen 6 à 8 'onvloeiendheden' per 100 lettergrepen.
Volwassenen maken er een 5-tal per 100 lettergrepen. De spreeksnelheid in een mensenleven is het hoogst in de puberteit." (pp)